Romy: “Probeer! Lukt het niet? Stop en verander”

© Tekst: Barbara Deruytter – foto: Ruben Farkas

Onze jonge onderwijsambassadeurs vertellen zonder taboe over hun sprong van het secundair naar een job of hogere studies. Hun verhaal volgt geen rechte lijn, maar kronkelt langs dromen, twijfels, obstakels én successen. Lees hieronder het verhaal van Romy Singh.

“In het vijfde en zesde middelbaar merkte ik dat ik erg sterk was in talen: Nederlands, Frans, Engels en Duits. Daarom ben ik een talenrichting begonnen aan de Universiteit Gent: toegepaste taalkunde. Ik wou een masterdiploma halen om les te geven in het middelbaar. Dat eerste jaar is helemaal mislukt. Toch vind ik het goed dat ik het geprobeerd heb, omdat het anders misschien altijd aan me had geknaagd. Ik heb er een ervaring aan overgehouden en vrienden voor het leven.”

De rode draad

“Ik moest bedenken wat beter bij mij paste. Op zo’n momenten kijk ik altijd naar regelmaat in mijn leven: wat komt terug? Voor ik ging verder studeren was ik begonnen met voorleesuurtjes in de bibliotheek van Bredene. Aan de kindjes van mijn vriendinnen gaf ik graag bijles. Ik was tijdens dat jaar aan de universiteit bijna voltijds talen aan het studeren, maar in de twee uurtjes die ik vrij had, ging ik altijd terug naar kleine kinderen, waar ik veel energie van kreeg. Zo heb ik beseft dat ik beter lager onderwijs zou studeren.”

Op Erasmus in eigen land

“Ik heb ervoor gekozen om in het derde jaar op Erasmusuitwisseling te gaan in eigen land: naar Brussel. Sommige medestudenten gingen naar Noorwegen of Mallorca, maar ik werd zo hard aangetrokken door de diversiteit in de hoofdstad. Ik heb plezier gemaakt én veel uit geleerd over hoe het onderwijs in een superdiverse stad werkt.”

Geen wiskundekaartjes lamineren

“Ik weet nu dat ik mijn talent als leerkracht vooral wil inzetten voor kindjes met een migratieachtergrond. Ik volg een extra opleiding in avondonderwijs tot leerkracht Nederlands voor anderstaligen. Daarmee wil ik als vakspecialist kinderen in de lagere school helpen om het Nederlands onder de knie te krijgen. Mijn mama begrijpt niet helemaal waarom ik zo nodig nog een extra opleiding moet volgen, maar wiskundekaartjes lamineren, knutselen of gitaar- en zanglessen geven is niet zo aan mij besteed. (lacht)”

Groeipijnen

“In de opleiding tot leerkracht lager onderwijs krijg je de kans om veel aan zelfontwikkeling te doen. Hoe je groeit als leerkracht is ook hoe je groeit als mens. Je komt jezelf tegen. Je merkt al snel tijdens je eerste stage of het iets voor jou is: zul je het kunnen volhouden? Sowieso kom je in situaties waarbij leerlingen niet doen wat ze zouden moeten doen. Dat dwingt je steeds om na te denken: hoe kan ik het beter doen? Geen enkel kind is hetzelfde. Door bij te schaven, word je steeds beter in je vak.”

Kijk naar dat ene kindje

“Ik vond de opleiding tot leerkracht wel zwaar. Met de stages word je echt in het werkveld geworpen. Pas dan merk je met hoeveel je rekening moet houden als je voor de klas staat en hoeveel werk het is om alles van nul op te bouwen. Ook bij interims moet je je het werk van iemand anders eigen maken. Als je kiest voor het vak van leraar moet je dat dus bewust doen vanuit een passie. Het is belangrijk om dat ene kindje voor je te zien waarvoor je al een verschil hebt gemaakt.”

Zoek het uit!

“Het is handig aan het beroep van leerkracht dat je de vakanties kan gebruiken om jezelf verder te ontwikkelen. Ik ben een erg leergierig persoon. Voor mij is het meer dan een job: leerkracht zijn valt samen met wie ik ben. Mijn advies voor wie het niet goed weet: doe wat je graag doet. Wat het is, maakt niet uit. Probeer! Lukt het niet? Stop, verander. De studiekosten in België zijn redelijk laag, wat toelaat om uit te zoeken wat je echt graag doet.”