Onze jonge onderwijsambassadeurs vertellen zonder taboe over hun sprong van het secundair naar een job of hogere studies. Hun verhaal volgt geen rechte lijn, maar kronkelt langs dromen, twijfels, obstakels én successen. Lees hieronder het verhaal van Nicauro.
“Als puber was ik in het middelbaar ‘een beetje heel lui’ (lacht). Ik voelde het verschil tussen de Belgische normen en waarden zoals stiptheid en individualisme en de Dominicaanse waarden van familiariteit, vriendelijkheid en dankbaarheid. Daarbij hoorde ook een hoog je m’en fou-gehalte en pluk-de-dag-mentaliteit. Eigenlijk was dat voor mij als 16-jarige een mooie term voor: massa’s uitstelgedrag. Ik was een slechte student, maar net genoeg gemotiveerd om door het middelbaar te geraken.”
Veel geld verdienen
“Het laatste jaar in het middelbaar was voor mij een heel stresserende periode. Ik had al die kansen gekregen, maar ik wist niet goed wat te kiezen. Vanuit dankbaarheid voor mijn ouders wilde ik rijk worden. Ik dacht dat dat de bedoeling was: “We hebben je naar België gebracht, nu kan je zien dat je veel geld verdient.” Maar hoe word je rijk met drie uur wiskunde? Dokter of ingenieur worden lukt daarmee niet, dus zo kwam ik uit op de richting rechten aan de universiteit van Gent. Ik ben daar toen heel hard in gefaald. Het eerste jaar was een ramp. Ik was voor alles gebuisd, behalve voor één vak: ethiek. Het was het enige vak dat me kon boeien.”
Maak het jezelf niet te gemakkelijk
“Daarna moest ik gaan graven in mezelf. Je wil mensen tevreden stellen en geld verdienen, maar je wil ook dingen doen die je interessant vindt. Ik wilde een andere richting aan de universiteit proberen, Taal- en Letterkunde Spaans-Engels, twee talen die ik al een beetje sprak. Maar zo maakte ik het mezelf opnieuw te gemakkelijk. Mijn mama had dat al snel door en zei: “Je zei toch altijd dat je mensen wilde helpen?” Dat zorgde ervoor dat ik de klik maakte van ‘wat willen andere mensen dat ik doe’ naar ‘wat wil ik zelf doen?”
Blinde vlekken
“Zo kwam ik uit op toegepaste psychologie aan de hogeschool. Ik moest wel wennen aan het idee dat ik hogeschool ging doen: stelde ik mijn ouders nu niet teleur? Ik heb toen veel gepraat met mensen uit mijn culturele context die me goed kenden. Zij konden beter dan mijn leeftijdsgenoten mijn eigen blinde vlekken doorprikken. Er was ook de peptalk van mijn moeder en stiefvader, die denk ik vooral schrik had dat hij er zijn broek aan zou scheuren als ik nog een jaar universiteit zou doen (lacht).”
Diploma, en wat dan?
“Toegepaste Psychologie is heel goed gegaan. Ik heb nooit een vak moeten meenemen, niet moeten dubbelen, puur omdat ik het interessant vond en me er thuis voelde. Ik zat wel nog met een angst in mijn achterhoofd: wat ga ik met dat diploma doen?”
De kracht van zware verhalen
“Ik werk nu in een ziekenhuis als psycholoog op de psychiatrie en doe het ongelofelijk graag. Het is niet allemaal positief. Er is veel druk en je hoort zware verhalen, maar ik denk dat het voordeel van sommige mensen met een migratieachtergrond is dat wij het gewoon zijn om zware dingen rond ons te zien. Daardoor kunnen we misschien gemakkelijker contact leggen met de kwetsbaarheid van andere mensen.”
Gaten in het familieweefsel
“Van de Dominicaanse Republiek herinner ik me als vijfjarige de warme sociale sfeer met buurtfeesten op zondag waarbij iedereen z’n deur openzette om keihard muziek te spelen. Er werd Salsa en Bachata gedanst. Voor een babysit moest je niet betalen: de buren zorgden gewoon voor elkaars kinderen. Maar er was ook bittere armoede. Mensen die hun laatste centen telden voor een stuk brood of kip. Eigenlijk gebruik ik die ervaringen vandaag op een positieve manier in mijn job.”
Mannen bij de psycholoog
“Ik ben erg geïnteresseerd in trauma en posttraumatische stress. Een groot voordeel aan mijn job is dat ik steeds de kans krijg om me verder bij te scholen. Het is mijn droom om het taboe rond mannen die psychologische hulp zoeken te doorbreken, vooral bij mannen met een migratieachtergrond. Taboes verpesten veel en doen mensen onnodig lijden, puur door het sociaal construct dat het ‘niet normaal’ is om een psycholoog nodig te hebben. Hulp vragen zou meer genormaliseerd moeten zijn.”
Ouder worden is ook: onzekerheid omarmen
“Wat ik nog wil meegeven? De onzekerheid die je voelt als jongere op het einde van het middelbaar blijft wel een stukje zoveel jaar later na je afstuderen. Maar ik zie dat wel als iets positiefs: als je onzeker bent, ben je reflectief en denk je na over je volgende stap. Het zorgt ervoor dat je niet denkt dat je altijd gelijk hebt. Als je ouder wordt leer je die onzekerheid meer omarmen. Zo was het toch bij mij.”