Maak kennis met Ivan Cazaux: geboren en getogen aan de kust, altijd hard gewerkt en veel gereisd, én buddy van Ibrahim Osman. Deze Eritrese jongeman kwam een aantal jaar geleden naar Oostende, volgde er een inburgeringsprogramma en bouwt stilaan een nieuw leven op – met een beetje burenhulp van Ivan.
Welkom in je stad of gemeente
“Een paar jaar geleden ging ik met pensioen, maar stilzitten is niks voor mij”, vertelt Ivan. “Dus zocht ik al snel organisaties waar ik vrijwilligerswerk kon doen. Zo kwam ik bij de Federatie voor Mondiale en Democratische Organisaties (FMDO) terecht. Die steunt allerlei sociaal-culturele verenigingen van mensen met een migratieachtergrond en organiseert samen met de stad Oostende ook de buddywerking voor nieuwkomers, Compagnons. Wat houdt het in? Eenvoudig gezegd: als buddy laat je nieuwe Belgen zich welkom voelen. En je maakt hen wegwijs door samen leuke activiteiten te doen en hen te helpen met praktische dingen. De laatste jaren begeleidde ik al verschillende nieuwkomers.”
Taal als grote barrière
Een van die nieuwkomers is Ibrahim. Hij vluchtte uit Eritrea, waar er al jaren een totalitair regime heerst. Hij belandde in Oostende, ver weg van zijn ouders, zus en oude thuis. “Als je de taal en de gewoontes niet kent, is het heel moeilijk om in je eentje je weg te vinden”, zegt Ibrahim. “Er is zo veel papierwerk om in orde te brengen en je moet aan van alles denken. Om sneller mijn weg te vinden en meer mensen te leren kennen, meldde ik mij aan voor vrijwilligerswerk in Oostende. Zo kwam ik onder andere ook bij FMDO terecht.”
Samen wandelen en koken
“Ibrahim is een supervrijwilliger en wil altijd onder de mensen zijn”, zegt Ivan. “Overal waar er iets te doen is, zie je Ibrahim. Ik had hem dus al vaker gezien. Wat doen we zoal samen? We gaan wandelen, samen met mijn hond Obama. We koken af en toe voor elkaar. En we hebben regelmatig contact via WhatsApp. Vaak gaat het over kleine dingen zoals een formulier, factuur of brief waar hij niet wijs uit raakt. Denk maar eens aan de papierberg die je zelf krijgt als je bijvoorbeeld verhuist. Ibrahim heeft weleens lachend gezegd: ‘Al die papieren, nu begrijp ik waarom er in België zo weinig bomen staan.’ Je kunt hem geen ongelijk geven. Een tijdje geleden brak hij zijn dijbeen. In het begin raakte hij met zijn krukken niet op de bus. Dan ben ik voor hem boodschappen gaan doen en heb ik hem een aantal keer naar school gebracht.”
Even de miserie vergeten
Moeten buddy’s ook Nederlandse les geven? “Nee, zeker niet”, antwoordt Ivan. “Daar zijn andere organisaties voor. Het belangrijkste als buddy is dat je de nieuwkomers op hun gemak stelt. Heel vaak komen die mensen uit moeilijke situaties in hun thuisland – armoede, oorlog, militaire regimes – en hebben ze hun familie en vrienden moeten achterlaten. Dankzij jou kunnen ze die miserie even vergeten. We hebben vaak de neiging om direct van alles aan te leren en uit te leggen. Het is beter om eerst te luisteren naar de mensen, wie ze zijn, waar ze vandaan komen en waarmee ze hulp nodig hebben. Dan groeit er veel sneller vertrouwen. Je kiest zelf hoelang je buddy blijft. Sommigen trekken snel hun plan, anderen hebben langer begeleiding nodig en de meesten worden en blijven vrienden.”
Participatie- en netwerktraject
Het inburgeringstraject kreeg een uitbreiding. Naast een cursus maatschappelijke oriëntatie en Nederlands leren, volgen nieuwkomers een traject naar werk en een participatie- en netwerktraject. Dat laatste zorgt ervoor dat de inburgeraars hun sociaal netwerk versterken en participeren aan de maatschappij. Ze kunnen deelnemen aan een buddyproject, een kennismakingsstage volgen of vrijwilligerswerk doen.
Het Agentschap Integratie en Inburgering ondersteunt lokale besturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in de uitbouw van deze extra pijler van het inburgeringstraject.