Ayat: “Probeer je faalangst te gebruiken als iets positiefs”

30 jan 2023

© Tekst: Barbara Deruytter – foto: Ruben Farkas

“Door het uitbreken van de oorlog in Irak moesten we vluchten naar Syrië, waar ik mijn eerste middelbaar volgde. Via gezinshereniging ben ik naar België gekomen toen ik 14 jaar oud was. Ik startte in de OKAN-klas en begon daarna op hun advies in het derde jaar aan de richting Sociale en Technische Wetenschappen.”

“De overgang was echt niet gemakkelijk: een nieuw schoolsysteem, nieuwe vakken en dan nog eens twee talen die ik helemaal niet kende: Frans en Nederlands. Gelukkig lag de richting mij wel, want ik heb zowel een grote interesse in sociale wetenschappen als in natuurwetenschappen zoals chemie en biologie.”

“Soms werd ik uitgelachen omdat ik iets fout zei en dat heeft natuurlijk impact op je zelfbeeld. Door de steun van mijn beste vrienden uit de OKAN-klas en mijn ouders heb ik kunnen doorzetten. Mijn droom was om na het middelbaar verder te studeren. Ik had wel faalangst, maar van een positieve soort, waardoor ik me heel hard inzette. Ik had voor de verhuis naar België nog nooit een jaar moeten dubbelen en dat was mijn grote motivatie: ik ga nooit moeten blijven zitten. Dat is gelukt.”

“Na het afstuderen moest ik kiezen tussen Natuurwetenschappen of Sociale Wetenschappen. Ik ben toen begonnen in de richting Biomedische Laboratoriumtechnologie. Biologie en chemie gingen vlot voor mij, maar fysica en wiskunde waren een groot struikelblok. Na twee maanden besefte ik dat het niets voor mij was. Dat kwam niet alleen door de vakken, maar ook omdat ik me alleen voelde in de grote aula met meer dan honderd studenten. De omgang met elkaar was veel te formeel voor mij. Ik ben iemand die graag mensen helpt en bijvoorbeeld in het middelbaar ‘de psycholoog’ was voor mijn vrienden.”

“Via vrienden hoorde ik over de richting Sociaal Werk met vakken als filosofie, psychologie en een beetje rechten. Ik had toen al het gevoel: dat is echt iets voor mij. Ik ben overgeschakeld en voelde me er snel op mijn gemak: hier kon ik mezelf zijn. Die richting past bij wie vanbinnen het verlangen voelt om iets voor de ander te betekenen. Je ontwikkelt het talent om mensen van verschillende achtergronden graag te zien en te accepteren dat ze verschillend zijn. Het mooie van Sociaal Werk is ook dat het erg ruim is. Ik hou ervan om meerdere keuzes te hebben.”

“Ik vond de overgang van het middelbaar naar de hogeschool wel ingrijpend omdat er niet veel uitleg wordt gegeven over hoe en wat je moet studeren. Ik ben een verlegen persoon die niet zo gemakkelijk op een leerkracht afstapt. De richting Sociaal Werk heeft me daarin echt veranderd. We werkten in kleinere klassen, waardoor ik meer durfde spreken, ook al worstel ik nog altijd met het Nederlands. Ik ben ook socialer geworden en kan me beter inleven in anderen. Sommige opdrachten hielpen mij m’n grenzen te verleggen, zoals bijvoorbeeld wanneer we gewoon op straat iemand moesten aanspreken voor een interview.”

“Na mijn studies wil ik beginnen werken en tegelijkertijd nog Toegepaste Psychologie bijstuderen. Wie weet volgt daarna nog een master Psychologie. Tegen mensen die faalangst voelen, wil ik zeggen: het is belangrijk dat de angst je leven niet laat controleren. Zelfs als je faalt, zoals ik ervaren heb in mijn eerste richting aan de hogeschool, moet je beseffen dat dat niet het einde is. Als we vallen, komt het ook weer goed. Probeer je faalangst te gebruiken als iets positiefs, iets dat je helpt om je best te doen. Wees niet te hard voor jezelf, zoek je comfortzone op en geloof dat alles mogelijk is.”

Deel